Mathieu van der Poel had net als zijn collega’s maar wat graag vandaag de 104e editie van de Ronde van Vlaanderen gereden. “En dan nog met zo’n prachtig weer: 20 graden en een zonnetje, daar koers ik het liefste in. Dat doet eigenlijk nog extra pijn.”
Het is nog koffiedik kijken wanneer Van der Poel en co weer wedstrijden kunnen rijden. “Ik kan er ook niets over zeggen”, zegt de Nederlander van Alpecin-Fenix aan Sammy Neyrinck.
“Ik vang ook wel geruchten op over een Ronde van Vlaanderen in het najaar, maar ik pin me nergens op vast. Ik wacht tot het definitief is en dan kunnen we weer opbouwen.” Intussen rijdt Van der Poel af en toe een virtueel wedstrijdje op Zwift.
“Ik hoop dat ik zeker nog wat competitie op de weg of de mountainbike kan hebben dit jaar. Dat is echt nodig voor de sport. Het veldritseizoen zal een beetje ondergeschikt zal zijn aan de weg en de mountainbike voor mij. Het is te hopen dat het een leuke kalender is waar iedereen iets mee kan.”
Naast de voorjaarklassiekers mikte Van der Poel dit jaar vooral op de Olympische Spelen in Tokio, maar dan in het mountainbike. Dus moet hij ook nieuwe doelen zoeken en wie weet is daar de Tour de France 2020 bij.
“Het kwam nu goed uit om dit jaar het mountainbiken te doen en volgend jaar dan mijn debuut te maken in een grote ronde, misschien wel in de Tour. Dat zou mooi geweest zijn. Nu moeten we ons aanpassen, want die olympische droom is zeker nog niet weg. Volgend jaar ga ik normaal gezien mountainbiken.”
En de Tour? “Als de Tour dit jaar nog gereden wordt, dan kunnen we misschien lobbyen om daar nog binnen te geraken (Alpecin-Fenix heeft geen wildcard, red.). Ik denk dat we een uitzonderlijke Ronde van Frankrijk zouden krijgen met heel veel andere type renners. Ik zou daar zeker voor open staan.”
Maar eerst moet corona de wereld uit zijn. “De onzekerheid over corona weegt meer door dan de onzekerheid over de kalender. Corona is nu allesbepalend, de rest is even ondergeschikt. Dat moet eerst opgelost zijn voor we andere plannen kunnen maken.”
